Weet je dat je iedere dag een keuze kunt maken om van je partner te houden? Dat zit soms in kleine dingen. Kars vertelt over zo’n keuze, want houden van is een werkwoord.
Zaterdagochtend, hartje winter. Het vriest. Elin, mijn vrouw, moet al om half 8 in de auto zitten om een vriendin uit de brand te helpen. Ik baal, want in het weekend vind ik het heerlijk om wat uit te slapen. Ik had het fijner gevonden als ze haar afspraak later op de dag had gepland. Haar vriendin had haar die mogelijkheid immers gegeven? Dat heb ik haar gisteren ook verteld, maar Elin bleef bij haar keuze. We stapten daarna wat stroef in bed, ieder op zijn eigen helft.
In alle vroegte gaat de wekker. Ik druk op snooze en voel haar tegen mijn rug aankruipen. Bij de tweede keer krijg ik een voorzichtige zoen op mijn schouder en weg is ze, stilletjes de badkamer in. “Jij liever dan ik”, denk ik, “Dan had je maar later moeten afspreken”, en nog steeds geërgerd draai ik me om en trek ik het dekbed tot over mijn oren. Ik mag lekker nog even…
Ik doezel wat weg, maar het slapen lukt niet goed. Ik voel me nog steeds verbolgen dat ze haar vriendin belangrijker vindt dan ons. Ik had liever gehad dat we met zijn tweetjes de ochtend waren begonnen. Lekker ontbijten met versgebakken broodjes, muziekje op de achtergrond, de krant en een boek erbij.
En ineens realiseer ik me: ik heb een keuze. Ik kan Elin de schuld geven dat haar keuze tot afscheid tussen ons beiden leidt en hier nog een uur gaan liggen draaien, maar als ik nabijheid wil, dan moet ik die zelf opzoeken. Ik zie me de dekens van me afslaan en voordat ik het weet sta ik al in de badkamer. Net als ze haar jas aantrekt, stap ik de huiskamer binnen. “Wat doe jij nou hier?”, vraagt ze verbaasd. “Je wilde toch nog even slapen?” “Ik kom helpen krabben”, zeg ik. Even later staan we samen bij de auto, ieder met een eigen krabber. Het is stil, op het geluid van de krabbers na. De adem komt in wolkjes uit onze monden, maar de kou tussen ons is verdwenen als sneeuw voor de zon.